Neurogene taal- en spraakstoornissen kunnen voorkomen als gevolg van een niet-aangeboren hersenletsel (vb. hersenbloeding, herseninfarct …) of een neurodegeneratieve aandoening (vb. ziekte van Parkinson, dementie …)
Afasie is een verworven taalstoornis dat zich kan uiten op verschillende taalmodaliteiten (schrijven, lezen, spreken, begrijpen). De ernst van de stoornis wordt bepaald door de locatie van het letsel.
Dysartrie is een hoorbare spraakstoornis waarbij de spraakverstaanbaarheid in verschillende mate kan aangetast zijn. Deze stoornis heeft invloed op de articulatie, ademhaling, stemgeving, resonantie en intonatie.
Verbale apraxie is een stoornis die zorgt voor moeilijkheden in de programmering van de articulatiebewegingen en bijgevolg ook tot spraakmoeilijkheden leidt.