Articulatieproblemen

Wat zijn articulatieproblemen?

Merk je dat mensen jou of jouw kind moeilijk verstaan? Vind jij of jouw kind het lastig om bepaalde klanken of lettercombinaties uit te spreken? Merk je dat de spraak van jezelf of jouw kind anders is dan die van leeftijdsgenoten? In dat geval kan er mogelijk sprake zijn van een spraakklankstoornis.

Een spraakklankstoornis wordt vastgesteld als de beweging bij het produceren van spraakklanken niet overeenkomt met de normale doelpositie. Rond de leeftijd van 5 jaar zijn de meeste klanken verworven. Soms gaan kinderen vereenvoudigingsprocessen hanteren, dit kan veroorzaakt worden door fonetische problemen, fonologische moeilijkheden of een afwijkende balans in de spieren van het gezicht.

 

Fonetische spraakklankstoornis

Bij een fonetische spraakklankstoornis worden bepaalde klanken op een foutieve manier gevormd of weggelaten. Enkele veelvoorkomende voorbeelden zijn:

  • /r/  wordt vervangen door de /l/ of /j//r/  wordt vervangen door de /l/ of /j/
  • Lispelen (interdentale /s/, waarbij de /s/-klank tussen de tanden wordt geproduceerd)

Als logopedist is het onze taak om deze articulatieproblemen te herkennen en te behandelen, zodat men zich beter verstaanbaar kan maken en er meer zelfvertrouwen kan worden gegenereerd bij het spreken.

Fonologische spraakklankstoornis

Een fonologisch proces is een proces om de uitspraak van woorden te vereenvoudigen. Veel woorden zijn nog te moeilijk om uit te spreken voor jonge kinderen. Daarom hanteert elk kind wel één of meerdere fonologische processen in zijn of haar normale ontwikkeling. Tegen de leeftijd van 4 jaar zijn normaal alle fonologische processen verdwenen. Wanneer het kind fonologische processen blijft gebruiken, spreken we van een fonologische spraakklanksstoornis.

  • Fronting: klanken die normaal achteraan in de mond worden uitgesproken worden naar voren gebracht (vb. kaas -> taas)
  • Verstemlozing: klanken die normaal stemhebbend worden uitgesproken, worden op een stemloze manier gezegd (vb. vis -> fis)
  • Clusterreductie: medeklinkerverbindingen worden vereenvoudigd tot één enkele medeklinker (vb. trein -> tein)

Als logopedist is het onze taak om deze articulatieproblemen te herkennen en te behandelen, zodat kinderen zich beter verstaanbaar kunnen maken en meer zelfvertrouwen krijgen bij het spreken.

Hoe gaan wij te werk

Na een uitgebreid articulatie-onderzoek worden de foutieve of nog niet-aangeleerde klanken aangepakt. Deze soort therapie vraagt heel veel oefening en herhaling, waardoor de omgeving ook nauw wordt betrokken.